Ik word uitgenodigd voor een gesprek met een afdelingsleider die aangeeft dat medewerkers geen of in ieder geval onvoldoende vertrouwen hebben in haar leidinggevende taken. Ze zou te weinig aansturen, het overzicht verliezen, onverschillig en soms kort door de bocht reageren. Op mijn vraag of ze dit zelf herkent, geeft ze aan zich opzij gezet te voelen waardoor ze zich steeds vaker terugtrekt. Hiermee is de vicieuze cirkel rond.
AanpakMij is nog niet duidelijk wat het MT precies van haar verwacht en dat wordt dan ook haar eerste opdracht. Duidelijkheid in taken en verwachtingen. De tweede opdracht: hoe is het met de huidige overlegstructuur? Wat gaat goed, in hoeverre is enthousiasmering merkbaar, hoe verloopt de besluitvorming?
OpbrengstDe antwoorden hierop zijn leidraad voor het vervolg van dit traject waarbij ik haar ‘dwing’ met opdrachten meer de regie te nemen in het bevorderen van eigenaarschap binnen het MT. Daarnaast laat ik haar meer benoemen van wat er nu speelt, waar ze als geheel MT naar toe willen en wat dit voor een ieder betekent en hoe ze ELKAAR kunnen versterken.