Een afdelingshoofd geeft aan het lastig te vinden om te gaan met medewerkers die zich als een haantje gedragen, en weerstand hebben tegen alles wat in hun ogen ‘moet’. Ze voelt zich dan onzeker en trekt zich terug. Ze heeft hier last van en begint zelfs te twijfelen of deze functie wel bij haar past.
AanpakCoaching (werk gerelateerd) wordt uitgesteld, we starten met counseling (interpersoonlijk gerelateerd) Voor haar wordt duidelijk dat vroeger alles voor haar werd geregeld en haar de handen boven het hoofd werden gehouden. Zodoende heeft ze nauwelijks hoeven te leren voor zichzelf op te komen en zich meer assertief op te stellen. Ook wordt voor haar duidelijk dat ze graag door iedereen aardig gevonden wil worden en daardoor geen ‘nee’ kan zeggen of mensen durft aan te spreken. Vanaf de vierde sessie gaan we met dit inzicht de koppeling maken met het werk. Ze krijgt nu opdrachten uit te voeren zoals het oefenen met de verschillende ‘rollen’ (haantje, slachtoffer, leider en begeleider) waarbij ze deze verschillende rollen bij anderen moet gaan herkennen terwijl ze zelf bewust in de rol van de ‘volwassene’ blijft. Ik geef haar meteen concrete interventies hierbij zoals het vragen stellen, samenvatten en reflecteren op wat de ander doet. Daarnaast oefenen we met de confronterende gespreksvoering zodat ze leert meer stellig en duidelijk te verwoorden wat ze verwacht van haar medewerkers en hen hierop kan aanspreken.
OpbrengstGaandeweg zie ik haar groeien in duidelijkheid en zelfvertrouwen. Ze denkt nu op een andere manier na over haar huidige baan d.w.z: haar besluit om al dan niet aan te blijven is nu niet meer gebaseerd op gevoelens van onzekerheid maar meer op eigen toekomstwensen.